Gluten
Broodrecepten vereisen meel, vloeistof en een rijsmiddel. Meel bevat onder andere het eiwit gluten, één van de componenten die het deeg bij elkaar houdt en het elastisch maakt.
Wanneer deeg wordt gekneed, vormen de gluten een netwerk van draden die, samen met het rijsmiddel, kleine gasbelletjes creëren. Deze gasbellen verhogen het volume van het deeg en maken het brood luchtig.
Glutendraden
Zodra meel in contact komt met vloeistof, begint het chemische proces. Het eiwit in het meel reageert op de vloeistof door glutendraden te vormen. In het begin zijn de draden zwak en kunnen ze gemakkelijk breken, maar het kneedproces versterkt de draden en maakt het deeg elastisch.
Glutenvenster / Ruittest
Er is een test die kan bepalen of deeg de juiste elasticiteit heeft en het kneedproces is voltooid.
Neem een klein stukje deeg en strek het met uw handen uit tot een vierkant. Het deeg moet aan elkaar blijven plakken en er redelijk transparant uitzien, zoals een venster.
Als het deeg scheurt, zijn de glutendraden te zwak en dient er langer gekneed te worden. Kneed het testdeeg een tijdje in je hand en herhaal de test. Als u een stevig, transparant glutenvenster krijgt, betekent dit dat het deeg in de kom langer gekneed moet worden.
Glutenvensters werken het beste met puur tarwedeeg. Een gemengd deeg van rogge en tarwe ziet er bijvoorbeeld iets anders uit. Test dat deeg na het kneden en als het vasthoudt en opnieuw wil samentrekken, is het klaar.
Overwerkt deeg
Let er op dat u het deeg niet overwerkt, want hierdoor kunnen de glutendraden uit elkaar vallen. Als u een mooi glutenvenster hebt, is het niet meer nodig om verder te kneden.